Het onderwijs is nog altijd een sector met een hoog ziekteverzuim. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Afname
Het onderwijs had in 2016 een gemiddeld ziekteverzuim van 4,9 procent. In 2014 en 2015 was dat ook zo, terwijl dat 5,0 procent was in 2012 en 2013 en 5,1 procent in 2010 en 2011. Het verzuim in het onderwijs neemt dus in de loop der jaren wel licht af.
Het openbaar bestuur en de overheidsdiensten vormen samen de sector met het hoogste ziekteverzuim in 2016. Het lag daar vorig jaar op 5,3 procent. Het verzuim is ook relatief hoog in de gezondheids- en welzijnszorg (5,1 procent) en in de sector ‘waterbedrijven en afvalbeheer’ (5,0 procent).
In de horeca is het ziekteverzuim al jaren het laagst. In 2016 lag het op 2,2 procent.
PO
In het primair onderwijs ging het ziekteverzuimpercentage bij het onderwijzend personeel omlaag van 6,4 naar 6,3 procent, terwijl het in het voortgezet onderwijs omhoog ging van 4,9 naar 5,1.
Als in het primair onderwijs een onderscheid wordt gemaakt tussen regulier basisonderwijs en speciaal basisonderwijs, dan valt op dat in het regulier basisonderwijs het ziekteverzuimpercentage met 6,2 een stuk lager is dan in het speciaal basisonderwijs,waar het op 7 ligt.
Het zogenoemde nulziekteverzuim (jaar niet ziekgemeld) is zowel in het primair als voortgezet onderwijs gedaald. In het primair onderwijs ging het omlaag van ruim 48 naar ruim 44 procent, terwijl het in het voortgezet onderwijs afnam van bijna 41 naar bijna 34 procent.