Lawaai op bouwplaatsen is een veel voorkomend probleem, met grote gevolgen voor de bouwvakkers. Een op de vijf heeft last van gehoorschade en bij 13 procent van de bouwvakkers is ‘lawaaidoofheid’ vastgesteld.
Dat blijkt uit cijfers van het kennis- en adviescentrum Volandis, die de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bekendgemaakt.
De Inspectie SZW gaat daarom in de laatste maanden van 2016 intensief controleren op te hard geluid op bouwplaatsen. Als er lawaai wordt geconstateerd van 85 decibel of hoger en er wordt geen gehoorbescherming gedragen, wordt het werk stilgelegd en een boeterapport opgemaakt.
Gehoorschade is onder bouwvakkers een beroepsziekte die hoog scoort. Gehoorschade is niet te genezen. Voorkomen is dan ook het beste. Uit onderzoek van kennis- en adviescentrum Volandis blijkt dat 40% van de werknemers op een bouwplaats aangeeft te maken te hebben met lawaaioverlast. Ruim één op de vijf heeft echter ook problemen met horen. Bij 13% is zelfs lawaaidoofheid vastgesteld.
In 2014 werden bij het NCVB (Nederlands Centrum voor Beroepsziekten) 2490 meldingen van gehoorschade gedaan. Ruim 86% daarvan (2147) kwam van de sector bouwnijverheid.
Ook uit de brede risicoanalyse van de Inspectie SZW blijkt dat risico op gehoorschade hoog scoort. De Inspectie SZW gaat de komende maanden gericht controleren op te veel geluid op de werkplek. De Inspectie wil hiermee bijdragen aan het voorkomen van gehoorschade en bouwvakkers meer bewust maken van de gevolgen van lawaai op de werkplaats. Immers, dagelijks staan vele bouwvakkers tijdens hun werkzaamheden bloot aan vaak hoge lawaaibronnen.
De Inspectie zal direct optreden als de geluidsbelasting te hoog is. Zo zal de Inspectie, als de blootstelling aan lawaai hoger is dan 85 dB(A) en er geen gehoorbescherming wordt gedragen, het werk stilleggen en een boeterapport opmaken. Ook als het bedrijf al eerder is gewaarschuwd voor geluidslawaai zal de Inspectie een boeterapport opmaken.
Slechthorendheid kan de oorzaak zijn dat informatie op de bouwplaats niet of maar gedeeltelijk wordt gehoord, wat risicovolle situaties tot gevolg kan hebben. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het niet horen van een waarschuwing- of instructiesignaal van een collega. Of aan het niet tijdig horen van alarmsystemen zoals het alarmsignaal van een achteruit rijdende vrachtauto. Naast gezondheidschade is er ook de negatieve invloed op sociale aspecten in contacten met anderen.
Werkgevers en werknemers kunnen zelf maatregelen nemen om gehoorschade te voorkomen. Zoals onder meer het dragen van goede gehoorbescherming, het aanschaffen van geluidarme bouwmachines, omkasten van geluidbronnen of het markeren van werkplekken waar hoge lawaainiveaus zijn.