Radioprogramma EenVandaag had onlangs een interessante uitzending over mensen die te maken krijgen met arbeidsongeschiktheid.
Voordelige regeling
Mensen die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden verklaard komen in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Dan zijn er twee opties:
Mensen die voor 80 procent of meer worden afgekeurd krijgen zouden een IVA-uitkering kunnen krijgen. Die ligt een stuk hoger dan bijvoorbeeld de bijstand en hierbij telt het inkomen van een partner niet mee. Deze uitkering loopt door tot de pensioenleeftijd.
Mensen waarbij 35-80 procent arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld komen in de WGA terecht. Dit is een tijdelijke uitkering die loongerelateerd is, hierbij moet gereïntegreerd worden.
Het aantal arbeidsongeschikten neemt toe, UWV-artsen beoordelen of iemand weer aan het werk kan. Voor zieke werknemers is het een spannend moment met grote gevolgen voor hun inkomen. Voor werkgevers is het een ‘zwarte doos’ waar ze weinig grip op hebben.
Verschillende oordelen
Veel mensen die gekeurd worden hebben het idee dat het oordeel van de eigen arts niet (voldoende) meeweegt. Dat is niet waar, zegt deze UWV-arts. De medische feiten vormen de basis van het ziek zijn. Maar specialisten kijken vooral naar de ziekte. “Een neuroloog weet alles over neurologische afwijkingen, maar niks over de combinatie ziek zijn en werken.” Het UWV kijkt naar wat iemand nog kan, niet naar de ziekte op zichzelf.
Het oordeel over wat iemand nog kan, is subjectief. Verschillende artsen komen tot verschillende oordelen. “Dat klopt, dat is gewoon een feit”, zegt Klarenbeek. Het UWV probeert de verschillen tussen de oordelen zo klein mogelijk te houden door o.a. standaardiseren van keuringsgesprekken en onderling overleggen bij lastige gevallen. “Dan bevragen we elkaar over wat er wel of niet besproken is en waarom een arts bepaalde afwegingen maakt.”
Lees hier het hele artikel en beluister fragmenten uit de uitzending.