Op 31 maart 2015 heeft de Eerste Kamer met een zeer ruime meerderheid van VVD, PvdA, D66, CU, SGP, GL, CDA, SP en 50 Plus ingestemd met het wetsvoorstel ‘banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten’ (BQA) beter bekend onder de naam “Quotumwet’.
Het wetsvoorstel vormt een stok achter de deur om de afspraak uit het sociaal akkoord van 11 april 2013 om de komende jaren extra banen beschikbaar te stellen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. Het kabinet, werkgevers en werknemers zijn overeen-gekomen om tot 2026 voor deze groep in totaal 125.000 extra banen beschikbaar te stellen. Werkgevers nemen 100.000 banen voor hun rekening en de overheid 25.000. De banen zijn bestemd voor mensen die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen.
Eind 2016 wordt voor het eerst gekeken of de toegezegde banen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Pas als dit niet is gelukt, treedt de Quotumwet oer 1 januari 2017 in werking. Bedrijven met 25 of meer werknemers krijgen dan een heffing van 5000 euro per niet ingevulde werkplek per jaar. Klijnsma: “Het is een ‘stok achter de deur’. Ik heb er alle vertrouwen in dat het gewoon gaat lukken en dat het quotum nooit nodig zal zijn. In het land zie ik talloze mooie voorbeelden van werkgevers die mensen met een beperking een kans willen geven.”
Doelgroep quotumheffing
De volgende groepen behoren tot de doelgroep voor de quotumheffing:
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;
- Mensen met een WSW-indicatie;
- Wajongers met arbeidsvermogen;
- Mensen met een WIW-baan of ID-baan;
- Mensen met een medische beperking die is ontstaan voor hun 18e verjaardag of tijdens hun studie, die zonder een voorziening geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen, maar met een voorziening wel.
De eerste 4 groepen behoren ook tot de doelgroep van de banenafspraak.
Quotumregeling
De quotumheffing is een aparte heffing voor de werknemersverzekeringen. Het UWV heeft de gegevens voor welke werkgevers de quotumregeling geldt en weet welk quotumpercentage van toepassing is (het percentage voor de werkgevers van de overheid of het percentage voor de werkgevers van de marktsector). Het UWV stelt op jaarbasis vast of een werkgever heeft voldaan aan het geldende percentage. Is dit niet het geval dan bepaalt het UWV vervolgens de hoogte van de heffing voor de betreffende werkgever.
Concreet betekent dit dat werkgevers per niet vervulde (volledige) arbeidsplaats (van omgerekend 1.331 uren per jaar) worden aangeslagen voor € 5.000. In het regeerakkoord “Bruggen Slaan” van 2012 is afgesproken dat het quotum niet geldt voor kleinere bedrijven met minder dan 25 werknemers. Het aantal van 25 werknemers wordt uitgedrukt in verloonde uren. Op jaarbasis wordt hiervoor de grens van 40.575 uur aangehouden (1623 uur per kalenderjaar oftewel 31,1 uur per week per werknemer x 25 werknemers). Op basis van de polisadministratie stelt het UWV vast of een bedrijf dit aantal verloonde uren heeft verantwoord in de loonaangifte. De werkgever kan dit uiteraard ook zelf nagaan.
De quotumheffing komt ten gunste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Vanuit dit fonds kunnen gelden worden overgeheveld naar het Rijk ten behoeve van regelingen die het Rijk financiert, zoals financiering van de uitkeringen en re-integratievoorzieningen op grond van de Wajong en de Participatiewet.
De administratieve lasten voor werkgevers en werknemers blijven beperkt omdat een eventuele quotumheffing wordt berekend aan de hand van gegevens die al bij de overheid bekend zijn. Het UWV berekent de eventuele heffing waarna de uitkomst via een beschikking van de Belastingdienst aan de werkgever bekend wordt gemaakt. Werkgevers kunnen in bezwaar en beroep gaan bij de Belastingdienst.
Als de quotumheffing wordt geactiveerd, informeert het UWV de werkgevers met minimaal 25 werknemers wie van hun werknemers tot de doelgroep behoren. Werkgevers kunnen ook op basis van het BSN bij het UWV nagaan of de mensen die ze in dienst hebben, staan opgenomen in het doelgroepregister.
Heeft een werkgever iemand uit de doelgroep geplaatst en vervolgens ontslagen dan tellen de uren die deze mensen in de periode tot hun ontslag op de extra banen hebben gewerkt mee om vast te stellen of een werkgever aan het quotumpercentage voldoet. Ook na hun ontslag blijven deze mensen tot de doelgroep behoren. Worden ze weer in dienst genomen door ofwel hun voormalige werkgever ofwel een nieuwe werkgever dan tellen vanaf dat moment ook weer de uren dat iemand werkt mee.
Deze informatie is samengesteld door mr. Monique van de Graaf. Zij geeft standaardwerken uit op het gebied van Sociale Zekerheid en Arbeidsrecht.
Wilt u meer weten over deze regelingen dan kunnen we u de volledige nieuwsbrief mailen.